Sigaar & Tabak
Sigaar roken is genieten!
In 1492 introduceerde voor het eerst Colombus de sigaar in Europa. Het woord sigaar is afgeleid van het Spaanse woord girar dat draaien betekent en dat is natuurlijk afgeleid van hoe dit rookgerei gemaakt wordt.
Een goede sigaar bestaat voor 100% uit tabak. Tabaksplantages zijn te vinden in subtropische landen en de belangrijkste landen hierbij zijn Cuba, Brazilië, Indonesië en de Dominicaanse Republiek. De kwaliteit van de tabaksplant hangt af van verschillende factoren, zoals het klimaat en het territorium. De beste tabaksplanten voor sigaren groeien op vulkanische bodems of rond de evanaar.
Het meeste tabak komt uit subtropische landen, maar de productie vindt voornamelijk in Europa plaats. In 2007 was Nederland zelfs de grootste sigarenexporteur ter wereld. Daarnaast zijn Europa en Amerika de grootste kopers van sigaren: Slechts 75% van alle sigaren komen uiteindelijk hier terecht.
Een sigaar moet rustig gerookt worden met korte en langzame trekjes. Het is de bedoeling om de sigaar niet te inhaleren, anders kan het namelijk niet geproefd worden. Het is de rook die genot biedt en daarom moet deze hangen in de mond. Na een aantal seconden de rook geproefd te hebben in de mond, blaas je het langzaam uit de mond. Het is heerlijk om bij een sigaar een kop koffie, whisky, brandy, port of wijn te drinken.
Sigarenroken is geen haastklus; neem de tijd, geniet ervan en rook met mate.